Deze spannende ervaring gaat over een consult met een Surinaamse achtergrond. Dat was in de tijd dat ik nog huiszuiveringen deed. Van tevoren wist ik al waarom ik werd gevraagd om bij deze mensen thuis te komen: er zou een bakroe, een kwade geest, in het huis aanwezig zijn. De spulletjes die ik bij mij had, waren helemaal op het verdrijven van de geest gericht. Zo had ik een speciale pantji (omslagdoek) bij me en een tapu, een amulet die mij tegen het kwade zou beschermen.
Ik was het huis nog niet binnen of ik kreeg al twee bakroes in mijn gezichtsveld. Bakroes kunnen het beste worden omschreven als gedrochtjes waarvan het vel helemaal is afgestroopt. Mijn onmiddellijke actie bestond uit het aansteken van een witte kaars en het openleggen van een bijbel. Zowel de kaars als de bijbel zette ik op een kastje. Direct daarna begon ik met de bereiding van een watra, een teil met ritueel water, die van boven in het huis naar beneden moest worden gedragen.
Een half uurtje later ben ik met wierook aan het werk gegaan en heb ik mijn voorvaderen bedankt voor hun aanwezigheid. Ik had ze gevraagd om mij bij te staan en te helpen waar dat mogelijk was. Om dit extra te ondersteunen heb ik daarnaast mijn vertrouwde persoonlijke Hollandse gebedje gedaan. Mijn volgende actie bestond uit het doorlopen van het hele huis, van onder tot boven en weer terug. Dat deed ik met gloeiende wierookstokjes in mijn hand, zodat de lucht in het huis volledig met de rook werd vermengd. Na deze handeling ging ik onder het uitspreken van toepasselijke gebeden verder met het “bereiden” van de teil watra. Toen ik daarmee klaar was, ben ik ermee van de bovenste verdieping naar beneden gegaan. Tegelijkertijd deed ik de bijbehorende gebeden, waardoor ik de bakroes naar een plek kon leiden waar ik ze hebben wilde: de voordeur.
Eenmaal in de hal aangekomen, zette de man des huizes op mijn verzoek de voordeur wijdopen, zodat ik de bakroes naar buiten kon leiden, het huis uit. Dat ging echter niet zo gemakkelijk als dat ik had gehoopt. De ene keer vertrokken ze meteen, maar dit keer vertikten ze het om naar buiten te gaan. Dat zij echt boos waren kon ik afleiden uit het feit dat zij door mij heen probeerden te gaan om mij uit te putten. Ik bleef mij echter geconcentreerd op de uitdrijfactie richten en verzocht de bakroes dringend om naar het Licht te gaan. En met succes. Na verloop van tijd voelde ik plotseling dat het erg koud werd. Er volgde een windvlaag en overal in het huis klapten er deuren dicht. Het duurde maar kort, want even later verdween de koude wind en werd het aangenaam warm om ons heen.
Nu de bakroes met succes naar het Licht waren vertrokken, zetten wij ons aan tafel om te gaan eten. Dat is een Surinaamse gewoonte na het ritueel dat ik had uitgevoerd. Tijdens die maaltijd sloot ik mijn consult af door de voorvaderen te bedanken en tevens mijn gebed aan Maria te doen. Voor zover ik weet zijn de bakroes nooit meer in dat huis teruggekomen.
Liefs, Wies Bakker
Fotoverantwoording: © Can Stock Photo / Dbajurin