Jaren geleden werd mijn hulp ingeroepen bij een gezin, dat bestond uit twee ouders en hun zoontje Paul, een kind van destijds ongeveer acht jaar oud. Het probleem was dat het jochie beweerde voortdurend een rood mannetje om hem heen te zien. Dit rode mannetje zorgde voor veel problemen in het gezin, omdat Paul vertelde dat het wezentje hem vervelende dingen liet doen. Dat uitte zich vooral naar de vader toe, die vaak het slachtoffer was van pesterijen door zijn zoon, die kennelijk opdracht daartoe kreeg van het rode ventje. Zo was desgevraagd althans de lezing van Paul, die in zijn eigen kinderlijke bewoordingen bleef aangeven dat hij door het merkwaardige en ook dominante wezentje werd aangespoord om stoute dingen te doen.
Energie
Nadat het gezin bij mij thuis was gearriveerd, voerde ik een gesprek met de kleine Paul. De jongen was redelijk in staat om een beschrijving van het rode wezen te geven. Toen ik hem echter vroeg om er een tekening van te maken, lukte hem dat niet. Hij en ik kwamen na het gesprek wel tot een zekere consensus. Wij besloten om het rode mannetje, dat op dat moment volgens Paul ook weer bij hem was, in een gecoördineerde actie buiten de deur te zetten. Met z’n tweetjes liepen wij naar de voordeur van mijn huis en vroeg ik het rode mannetje om uit de omgeving van het kind te verdwijnen en niet meer terug te komen. Ik heb het daarbij verzocht om te vertrekken van het aardse en zijn rust te nemen omdat er voor hem hier toch niets meer te doen viel. Zelf zag ik het mannetje niet, maar voelde ik wel een zekere aanwezigheid in de vorm van energie. Daarna vroeg ik aan Paul of hij nu hetzelfde wilde doen: proberen het mannetje zijn wil op te leggen en het daarna kordaat weg te sturen. Ik deed dit allemaal samen met het kind omdat het bij een kind moeilijk te beoordelen is of er sprake is van fantasie of werkelijkheid. Voor een kind is het belangrijk dat hij van volwassenen het vertrouwen krijgt en vooral: dat hij wordt geloofd.
Huiswerk
Tegelijkertijd met het dringende verzoek dat Paul deed, sprak ik in stilte een gebed uit. Ik vroeg hem vervolgens: ‘En, zie je het rode mannetje nu weglopen?’ De kleine Paul antwoordde bevestigend; hij had het mannetje via de voordeur zien vertrekken en uit het zicht zien verdwijnen. Uiteraard waren beide ouders nieuwsgierig naar het resultaat van onze actie. Vlak voordat zij op huis aangingen, gaf ik hun wat “huiswerk” mee vanwege de nazorg waaraan hun zoontje Paul waarschijnlijk een tijdje behoefte zou hebben.
Dip
Nog diezelfde week belde de vader mij op om mij het heuglijke nieuws te melden dat Paul blijkbaar geen last meer had van het rode mannetje. Zij herkenden hun zoon niet meer terug ten opzichte van de periode daarvoor. De situatie was dan ook in positieve zin veranderd. Dat werd later bovendien bevestigd door betere prestaties op school en tevens een makkelijker sociale omgang met zijn klasgenoten. Weken later volgde er een dip. Volgens Paul was het rode mannetje er weer. Ik heb daarop de “uitzettingsprocedure” via een gratis telefonisch consult samen met de jongen herhaald en dat lukte opnieuw. Gezamenlijk hebben wij het rode mannetje dus wéér buiten de deur gezet, maar nu ging het om zijn éigen huis en voordeur. Het zou blijken dat dat gegeven een wezenlijk verschil uitmaakte. Kennelijk was het ongewenste wezentje meer huis- dan persoonsgebonden…
Onbezorgd
Hieruit blijkt maar weer eens dat ik als medium ook voortdurend blijf leren! Ik vroeg het nog maar eens aan Paul en wederom gaf hij door de telefoon aan dat het mannetje was vertrokken. Hij had het zien weglopen en uit het zicht zien verdwijnen. Daarna heb ik thuis nog een kaars gebrand om een nieuw gebed te ondersteunen. Ik vroeg daarbij nadrukkelijk of de jongen zijn onbezorgde kind-zijn mocht terugkrijgen. Deze laatste actie bleek een definitief karakter te hebben. Het rode mannetje is daarna voor zover ik weet niet meer teruggekomen. Vanaf dat moment kon Paul daarom, wat trouwens ook voor zijn ouders gold, onbezorgd door het leven gaan.
Zelf ben ik zeer tevreden dat ik eraan heb mogen bijdragen dat Paul weer kind kon zijn. Nu hij zijn ongewone zorgen kwijt was, kon hij zich op een geheel normale wijze verder in het leven ontwikkelen. Ik vond het fijn dat ik Paul kon helpen, maar ik voelde mij wel een beetje jaloers op hem. Waar Paul als kleine jongen het geluk had hulp van een medium te krijgen, had ik dat zelf in mijn jeugd moeten ontberen. Maar goed, het loopt allemaal zoals het loopt en ik was toch blij dat ik Paul een helpende hand had kunnen bieden.
Liefs, Wies Bakker
Fotoverantwoording: © Can Stock Photo / ivzfoto